• on·land
  • Afgeleid van land met het voorvoegsel on-
enkelvoud meervoud
naamwoord onland onlanden
verkleinwoord

het onlando

  1. (scherts.) onbruikbare woeste grond
23 % van de Nederlanders;
18 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be