ongepeld
- on·ge·peld
- Naamwoord van handeling van pellen met het voorvoegsel on-
stellend | |
---|---|
onverbogen | ongepeld |
verbogen | ongepelde |
partitief | ongepelds |
ongepeld [1]
- dat iets (nog) niet is ontdaan van de schil of dop
- Op het 'superfood'Bionut Sesamzaad ongepeld, te koop bij verschillende biologische winkels, zit mogelijk de salmonellabacterie. Consumenten wordt afgeraden om het product van natuurvoedingsbedrijf ID Organics te eten, waarschuwt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) dinsdag.[2]
- Nu vraag je je misschien wel af hoe je hennep in je voeding kunt verwerken. Dat is makkelijker dan je denkt. Gepeld hennepzaad is bijvoorbeeld lekker door de yoghurt, pasta of door de salade en zelfs als tussendoortje. Je kunt ze ook gebruiken als paneermiddel voor vegetarische hamburgers. Van de ongepelde hennepzaden kun je heel goed hennepmelk maken met behulp van een blender.[3]
- Het woord ongepeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ongepeld" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 30 aug. 2016
- ↑ de Telegraaf 06 jan. 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be