onderwijsprogramma

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·wijs·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderwijsprogramma onderwijsprogramma's
verkleinwoord onderwijsprogrammaatje onderwijsprogrammaatjes

Zelfstandig naamwoord

het onderwijsprogrammao

  1. het geheel van samenhangde onderwijsactiviteiten die samen een opleiding vormen
    • Ook dit jaar is het onderwijsprogramma weer helemaal veranderd. Laten we maar hopen dat het ook verbeterd is. 
     Maar dat het pas later in het onderwijsprogramma kwam, wanneer de leerlingen beter in staat waren de inhoud van dit verschrikkelijke intermezzo in de geschiedenis van Europa in zich op te nemen.[1]
Synoniemen
  1. curriculum, leerplan

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767