• on·der·vra·ger
enkelvoud meervoud
naamwoord ondervrager ondervragers
verkleinwoord

de ondervragerm

  1. (beroep) iemand die meestal op dwingende wijze vragen stelt aan een persoon in het kader van een onderzoek of verhoor
    • De ondervrager van de politie kwam zeer intimiderend over bij de verdachte. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]