(klemtoonhomogram)

  • on·der·stro·men
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onderstromen
stroomde onder
ondergestroomd
zwak -d volledig [A]

[A] ónderstromen

  1. ergatief door instromend water bedolven raken
    • Na de doorbraak was de polder in een paar uur geheel ondergestroomd. 
     Het laten onderstromen van een gebied vol burgers door een aanval op een dam, zoals in Oekraïne lijkt te zijn gebeurd, is in de geschiedenis vaker voorgekomen.[1]

[B] de ónderstromenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord onderstroom
     Schildvisjes zijn stroombestendig. Zelfs in de sterkste onderstromen blijven ze op hun plek.[2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
onderstromen
onderstroomde
onderstroomd
zwak -d volledig [C]

[C] onderstrómen

  1. overgankelijk (waterbeheer) onder een bouwsel een laag van bijvoorbeeld zand aanbrengen of verwijderen met stromend water
    • Gedurende de periode, waarin de elementen worden onderstroomd, moet de snelheid van de scheepvaart worden beperkt.[3] 
  1. Bart Funnekotter
    “Een dam aanvallen in oorlogstijd: mag dat en heeft het militair nut?” (6 juni 2023) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Lucas Brouwers
    “Hoe schildvisjes aan de ruwste rotsen blijven plakken” (4 mei 2013) op nrc.nl  
  3. Rijkswaterstaat Bouwdienst regel 8.5.2.5 Specifieke aspecten tunnelontwerp versie 2005