Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·stam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onderstam onderstammen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de onderstamm

  1. (biologie) een fijnere onderverdeling van een stam (taxonomische indeling)
  2. (landbouw) onderste, meestal bewortelde stam waarop een boom of plant geënt is en zo vegetatief vermeerderd wordt
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen