onderhoudswerkzaamheid

  • on·der·houds·werk·zaam·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord onderhoudswerkzaamheid onderhoudswerkzaamheden
verkleinwoord - -

de onderhoudswerkzaamheidv

  1. verrichte activiteit om tegen te gaan dat iets na verloop van tijd minder bruikbaar wordt
    • De woorden „van bouwkundige aard” brengen hier - evenals in vorenbedoelde bepaling van het Vestigingsbesluit - tot uitdrukking, dat niet iedere herstel- of onderhoudswerkzaamheid op het gebied van de grond-, water- en wegenbouw als uitoefening van het onderhavige bedrijf dient te worden beschouwd. [1]
  • onderhoud (meer gangbaar, minder omslachtige woordkeus)