• on·der·houds·beurt
enkelvoud meervoud
naamwoord onderhoudsbeurt onderhoudsbeurten
verkleinwoord onderhoudsbeurtje onderhoudsbeurtjes

de onderhoudsbeurtv / m

  1. de keer dat men iets (vaak een auto) helemaal naloop op gebreken en deze zo nodig herstelt
     Een datingshow waarbij de kandidaat een date kiest op basis van zijn of haar auto. Dat is het idee achter het Ierse televisieprogramma Pioc do Ride (of in het Engels Pick Your Ride). Maar voor een man is het al moeilijk genoeg om te kiezen tussen een vrouw of een onderhoudsbeurt voor zijn auto, zo bleek vorige week in de eerste aflevering.[2]
     In Parijs krijgt het befaamde Canal Saint-Martin op dit moment een grote onderhoudsbeurt. Vorige week is een groot team begonnen met de schoonmaakoperatie die zeker drie maanden gaat duren. Het kanaal krijgt een grondige poetsbeurt en bruggen en sluizen worden gerenoveerd. De vorige keer dat het kanaal onder handen werd genomen was vijftien jaar geleden.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Vrouw wordt in autodatingshow afgewezen voor een onderhoudsbeurt” (Maandag 28 september 2015, 21:26), NOS
  3.   Weblink bron “In beeld: verborgen schatten van Canal Saint-Martin in Parijs” (Maandag 11 januari 2016, 17:17), NOS