onblusbaar
- Geluid: onblusbaar (hulp, bestand)
- on·blus·baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onblusbaar | onblusbaarder | onblusbaarst |
verbogen | onblusbare | onblusbaardere | onblusbaarste |
partitief | onblusbaars | onblusbaarders | - |
onblusbaar
- van een brand dat die niet te doven is door blussen
- Door de grote hitte, de langdure droogte en de harde wind waren de bosbranden onblusbaar geworden.
- Het woord onblusbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.