onbezet
- on·be·zet
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbezet | onbezetter | onbezetst |
verbogen | onbezette | onbezettere | onbezetste |
partitief | onbezets | onbezetters | - |
onbezet [1]
- van een functie: dat er nog niemand voor de functie is benoemd
- Volgens de Commissie is er ‘niets ongebruikelijks en al helemaal niets illegaals’ gebeurd en was snelle besluitvorming nodig om een toppost als die van secretaris-generaal niet onnodig onbezet te laten. [2]
- van een zaak: dat niemand het gebruikt
- De stoelen aan het begin van de Ramblas zijn vrijwel onbezet. De oude mensen van de stad, die hier vaak een babbeltje komen doen of de passerende massa aanschouwen, zijn thuis gebleven. [3]
- In de anderhalve week dat het fietslabyrint in het restaurant van het huis is opgesteld, was het geen dag onbezet. Het bewegingsapparaat werkt beter dan Brunninkhuis had durven geloven. “We krijgen er bewoners mee aan het bewegen, die hier anders niet of nauwelijks aan toe komen. [4]
- Het woord onbezet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onbezet" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Tubantia Frans Boogaard 26-02-18 Parlement wil onderzoek flitsbenoeming EU-topman
- ↑ de Tubantia Edwin Winkels 11-12-17, Die dag vergeet Barcelona nooit meer: het geschreeuw, de pijn en de stilte
- ↑ de Tubantia Josien Kodde 23-01-18 Opa uit Hengelo fietst op de hometrainer door Zwitserland
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be