onbelicht
- on·be·licht
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onbelicht | onbelichter | onbelichtst |
verbogen | onbelichte | onbelichtere | onbelichtste |
partitief | onbelichts | onbelichters | - |
onbelicht
- van een onderwerp dat er weinig aandacht voor is
- Ander onbelicht punt is, dat wij gepensioneerden niet allemaal een zak geld hebben liggen om een gehoorapparaat te bekostigen. Alle reclames ten spijt is niets gratis en moet er flink gedokt worden. De mijne kosten 2200 euro, waar ik ruim 800 euro zelf aan moet bijdragen.[1]
- Met haar boek Single geluk doorbreekt Alexandra graag dat taboe en brengt de onbelichte voordelen van ongebondenheid in kaart. De schrijfster laat zien dat juist in periodes van vrijheid je persoonlijkheid tot volledige ontplooiing kan komen. Lezers zouden zomaar eens 'een Rutte'kunnen worden.[2]
- van fotografische materiaal dat er nog geen licht op gevallen is en dat er dus nog foto's mee genomen kunnen worden
- Het woord onbelicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onbelicht" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ de Telegraaf 08 feb. 2018
- ↑ de Telegraaf DAPHNE VAN ROSSUM 06 sep. 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be