• on·be·dreigd
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onbedreigd onbedreigder onbedreigdst
verbogen onbedreigde onbedreigdere onbedreigdste
partitief onbedreigds onbedreigders -

onbedreigd

  1. zonder kans op verlies
     "De kiezer is nog steeds verdeeld. Netanyahu heeft wel gewonnen, maar een groot deel van de kiezers ziet hem graag vertrekken", zegt Brock. Bij Likud heerst een jubelstemming. "'Bibi' is onbedreigd binnen zijn partij. Er is niemand zo populair als hij." Bij de leiderschapsverkiezingen in zijn partij in december kreeg Netanyahu 72,5 procent van de stemmen.[1]
     Liverpool, dat in de Premier League onbedreigd aan de leiding gaat, heeft op bezoek bij hekkensluiter Norwich City een moeizame 1-0 overwinning geboekt.[2]
     In Zwitserland rijdt ze onbedreigd naar haar eerste zege in het WB-circuit.[3]
  1.   Weblink bron “Netanyahu wint verkiezingen Israël, maar krijgt weer geen meerderheid” (02-03-2020), NOS
  2.   Weblink bron “Koploper Liverpool met moeite langs hekkensluiter Norwich City” (15-02-2020), NOS
  3.   Weblink bron “Veldrijdster Worst boekt eerste wereldbekerzege” (20-10-2019), NOS