• om·vlag·gen

omvlaggen [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omvlaggen
vlagde om
omgevlagd
zwak -d volledig
  1. het verschijnsel dat het eigenaren van schepen beter uitkomt het schip onder een andere vlag te laten varen
     Tanzania vreesde Amerikaanse en Europese strafmaatregelen als het Iran helpt. Tegen Iran was een internationale boycot ingesteld omdat het radicaal-islamitische land een atoombom zou bouwen. Onder Iraanse vlag zouden de tankers normaal geen verzekering krijgen of olie kunnen afleveren. Het zogeheten omvlaggen naar Tanzania had dat weer mogelijk moeten maken.[3]
     Alsnog omvlaggen heeft voor Nederlandse pulsvissers geen zin. Immers, volgens het akkoord wordt aan geen enkel schip een nieuwe pulsvergunning verstrekt.[4]
66 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[5]
  1. omvlaggen op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Tankers Iran varen stiekem met vlag Tanzania” (12-08-2012), Tubantia
  4.   Weblink bron
    Tiemen Roos
    “Tekst akkoord: handjevol kotters mag blijven pulsen” (27-02-2019), Reformatorisch Dagblad
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be