• om·pak·ken

ompakken [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ompakken
pakte om
omgepakt
zwak -t volledig
  1. op een andere manier in een nieuwe verpakking doen
    • Er wordt volgens hem gewerkt aan een bescheiden doorstart van At Your Service. Het is een zogenoemd full-servicebureau voor direct mail, grafische nabewerkingen, printen het verpakken en ompakken van goederen. Veel activiteiten zijn handmatig. [2] 
    • De snoepfabrikant, die al 60 jaar in Metelen zit en onder meer levert aan de Aldi en Lidl, wil in Enschede voorverpakte snoepjes laten ompakken in assortidozen. [3] 
    • NRG start ‘ompakken’ nucleair afval Petten: Nuclear Research & Consultancy Group (NRG) gaat vanaf september tests uitvoeren met het sorteren en herverpakken van hoog en middenhoog radioactief afval, dat deels al sinds de jaren 60 in de duinen van Petten ligt opgeslagen. Dit maakte het bedrijf woensdag bekend. [4] 
78 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[5]