omklapbaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omklapbaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- om·klap·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van omklappen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | omklapbaar | omklapbaarder | omklapbaarst |
verbogen | omklapbare | omklapbaardere | omklapbaarste |
partitief | omklapbaars | omklapbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
omklapbaar
- iets dat omhoog of omlaag kan scharnieren om functioneel te worden
- De schoentjes zijn uit, de voeten liggen op de zachte zijde van het omklapbare voetenbankje.[1]
Gangbaarheid
- Het woord omklapbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Lolke van der Heide NRC 2 april 1990