omega
- ome·ga
- Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘laatste letter van het Griekse alfabet’ voor het eerst aangetroffen in 1637 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | omega | omega's |
verkleinwoord | omegaatje | omegaatjes |
- laatste letter van het Griekse alfabet
- Het woord omega staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omega" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "omega" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ omega op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
omega
- omega; de Griekse letter ω.