omdrijven
- om·drij·ven
- samenstelling van om en drijven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omdrijven |
dreef om |
omgedreven |
klasse 1 | volledig |
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omdrijven |
omdreef |
omdreven |
klasse 1 | volledig |
omdrijven
- (scheepvaart) Drijven langs de omtrek van een in het water aanwezige entiteit [1]
- van drijfwerk voorzien [2]
- Het woord 'omdrijven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.