• oe·di·pus·com·plex
enkelvoud meervoud
naamwoord oedipuscomplex oedipuscomplexen
verkleinwoord - -

het oedipuscomplexo

  1. (psychologie) onbewust verlangen van een kind naar de exclusieve liefde van de ouder van het tegenovergestelde geslacht en daarmee samenhangende jaloezie jegens de ouder van hetzelfde geslacht
     Van Krafft-Ebing bestudeerde onchristelijk seksueel gedrag, de Weense arts Sigmund Freud was de eerste die seksuele fantasieën analyseerde met als doel te genezen. Hij publiceerde in 1905 drie essays over de seksuele ontwikkeling van kind naar volwassene. Het kind zou eerst ontdekken dat de moeder geen penis had: castratieangst. Hierna zou het kind met de moeder willen trouwen en moest de vader uit de weg geruimd worden: het oedipuscomplex. Deze metaforisch moordzuchtige en incestueuze familiebanden zouden vreemd genoeg een gezonde heteroseksueel voortbrengen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. oedipuscomplex op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron
    Margriet van Heesch
    “Wetenschappelijke gemeenschap” (6 juni 2015) op nrc.nl