oecumene
- oe·cu·me·ne
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘algemene kerk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1952 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oecumene | oecumenes |
verkleinwoord |
- beweging die de eenheid van (diverse groepen binnen) een religie nastreeft
1. een beweging
- Het woord oecumene staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oecumene" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "oecumene" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be