• oce·aan·bo·dem
enkelvoud meervoud
naamwoord oceaanbodem oceaanbodems
verkleinwoord

de oceaanbodemm

  1. de bodem van een oceaan
     Foraminiferen zijn piepkleine zeedieren, en als ze doodgaan blijven hun kalkskeletjes als sediment op de oceaanbodem bewaard.[1]
     De kokospalmen zorgden voor schaduw en melk, de oceaanbodem was bedekt met schelpen, het zand was fijn als poeder en had de kleur van zongerijpte tarwe, terwijl er zelfs in de schaduw een omhullende, doordringende warmte in de lucht hing die zo anders aanvoelde dan de wankelmoedige Noord-Europese hitte, die altijd – zelfs hartje zomer – geneigd is te wijken voor een assertieve, heerszuchtige kilte.[2]
     Op 3800 meter diepte is het donker, extreem koud en de druk van het water is enorm. De bodem is niet glad: er zijn ravijnen, heuvels en richels. Een groot deel is niet in kaart gebracht. "Een zoekactie onder water is behoorlijk ingewikkeld", zegt de Britse docent forensische geowetenschappen Jamie Pringle. "De oceaanbodem is een stuk ruiger dan het land en al die dingen maken het erg moeilijk."[3]
  1. Gemma Venhuizen
    “IJstijden” (2014), Amsterdam University Press  , ISBN 9789089647115
  2. “De kunst van het reizen” (2002), Atlas Contact  , ISBN 9789046703397
  3.   Weblink bron “Schepen blijven zoeken naar mini-onderzeeër Titan, maar 'wonder nodig'” (Donderdag 22 juni 2023, 13:37), NOS