Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • obe·si·taks
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord obesitaks obesitaksen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de obesitaksv / m

  1. (economie) belasting voor passagiers die zo dik zijn dat ze meer dan één stoel in beslag nemen
     De pas ingevoerde dr. Bibberregel in de schaatssport is genomineerd in de categorie sport/amusement en obesitaks (belasting of toeslag die dikke mensen moeten betalen) staat in het rijtje nieuwe economie-woorden.[1]
  2. (economie) belasting op voedingsproducten die teveel vet of suiker bevatten
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Politiek en WK leveren veel nieuwe woorden” (Dinsdag 16 november 2010, 08:56), NOS