obesitaks
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- obe·si·taks
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van obesitas zn en taks zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | obesitaks | obesitaksen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (economie) belasting voor passagiers die zo dik zijn dat ze meer dan één stoel in beslag nemen
- ▸ De pas ingevoerde dr. Bibberregel in de schaatssport is genomineerd in de categorie sport/amusement en obesitaks (belasting of toeslag die dikke mensen moeten betalen) staat in het rijtje nieuwe economie-woorden.[1]
- (economie) belasting op voedingsproducten die teveel vet of suiker bevatten
Synoniemen
- colataks; hamburgerbelasting; hamburgertaks; junkfoodbelasting; junkfoodtaks; obesitasbelasting; overgewichtbelasting; snacktaks; suikertaks; vetbelasting; vettaks; snackbelasting
Gangbaarheid
- Het woord obesitaks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Politiek en WK leveren veel nieuwe woorden” (Dinsdag 16 november 2010, 08:56), NOS