nyala
- (IPA in voorbereiding)
- ny·a·la
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nyala | nyala's |
verkleinwoord | nyalaatje | nyalaatjes |
nyala
- (evenhoevigen) Tragelaphus angasii een antilope uit de familie Bovidae
- koedoe, runderen, holhoornigen, herkauwers, evenhoevigen, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'nyala' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- nya·la
nyala