nurken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nur·ken
Woordherkomst en -opbouw
- intensiverende vorm van Middelnederlands nurren "knorren" [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nurken |
nurkte |
genurkt |
zwak -t | volledig |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord
Werkwoord
nurken
- zachtjes een trillend laag geluid laten horen
Synoniemen
Zelfstandig naamwoord
de nurken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord nurk