Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • no·ta·ris·toe·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord notaristoerisme
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het notaristoerismeo

  1. reizen naar een plaats waar de notariskosten lager zijn

Gangbaarheid

Meer informatie