notaristoerisme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- no·ta·ris·toe·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van notaris zn en toerisme zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | notaristoerisme | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het notaristoerisme o
- reizen naar een plaats waar de notariskosten lager zijn
Gangbaarheid
- Het woord notaristoerisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.