noordse glazenmaker
- (IPA in voorbereiding)
- noord·se gla·zen·ma·ker
- verbinding van noordse en glazenmaker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | noordse glazenmaker | noordse glazenmakers |
verkleinwoord | noords glazenmakertje | noordse glazenmakertjes |
de noordse glazenmaker m
- (libellen) Aeshna subarctica een echte libel (Anisoptera) uit het geslacht en de familie van de glazenmakers (Aeshnidae). Het is een zeldzame dubbelganger van de venglazenmaker (Aeshna juncea). De soort komt voor bij vennen met hoogveenvorming. In Europa en Azië komt de ondersoort elisabethae voor, waarvan een grootvlekkige vorm (interlineata) en een kleinvlekkige vorm (elisabethae) beschreven is. De kleinvlekkige vorm lijkt sterker op de venglazenmaker dan de grootvlekkige vorm, die in Nederland algemener is. In België is de soort uiterst zeldzaam en beperkt tot enkele hoogvenen in het oosten van het land
- Het woord 'noordse glazenmaker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.