Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • non·nen·kloos·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nonnenklooster nonnenkloosters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het nonnenkloostero

  1. klooster voor vrouwen
    • Voor het Franse Rode Kruis repatrieerde zij na de oorlog Fransen uit Polen en stuitte ze bij toeval op een nonnenklooster waar Sovjetsoldaten gruwelijk hadden huisgehouden: twintig nonnen waren vermoord en vijfentwintig verkracht, vaak tientallen malen. Vijf nonnen waren zwanger en ervoeren dat als een schande. Madeleine hielp ze zo discreet mogelijk.[1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Coen van Zwol NRC 16 maart 2016