nodigen
- no·di·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nodigen |
nodigde |
genodigd |
zwak -d | volledig |
nodigen
- inergatief ~ tot iets aantrekkelijk maken
- Deze oever met zijn prachtig uitzicht nodigt tot flaneren of heerlijk op een bankje zitten.
- overgankelijk verzoeken iets bij te wonen
- De burgemeester nodigde de buurtbewoners om een open gesprek te voeren.
- Het woord nodigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nodigen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ nodigen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be