nimby
- nim·by
- afkoring uit het Engels Not In My Back Yard (NIVEA: Niet In Voor- En Achtertuin) (NIMU: niet in mijn buurt) (NIMA: niet in mijn achtertuin)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nimby | nimby's |
verkleinwoord |
de nimby m
- een begrip uit de ruimtelijke ordening om aan te duiden dat veel mensen wel gebruik willen maken van voorzieningen, maar er geen hinder van willen ondervinden
- Zo betitelde ze Tubbergen als het dorp dat getroffen is door het hardnekkige en besmettelijke NIMBY-virus; hetgeen staat voor Not In My Backyard (niet in mijn achtertuin) verwijzend naar de langdurige bezwaarprocedures tegen het bouwen van woningen in het dorp. [1]
- Naast de vulgaire xenofobie die nu welig tiert, bestaat er natuurlijk ook een nette variant. Die vindt men in de vorm van het NIMBY-denken van de betere buurten, zo treffend verwoord door Robbert van Lanschot in NRC van 26 september: het is voor de vluchtelingen zélf ook veel beter als ze in arme wijken wonen, want op zoek naar goedkope belwinkels hebben ze aan onze prijzige patisserieën niets. [2]
1. een begrip uit de ruimtelijke ordening om aan te duiden dat veel mensen wel gebruik willen maken van voorzieningen, maar er geen hinder van willen ondervinden
- Het woord nimby staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nimby" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
20 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tubantia 29-01-2017
- ↑ Volkskrant Thomas von der Dunk (cultuurhistoricus) 1 november 2015
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be