• nieuws·item
enkelvoud meervoud
naamwoord nieuwsitem nieuwsitems
verkleinwoord

het nieuwsitemo

  1. onderwerp van een nieuwsbericht; actueel onderwerp
     De dreigende ontruiming was al tweede nieuwsitem geworden.[1]
     Maar bij de kranten is er niet veel ruimte in de personeelsbezetting om een nieuwsitem een langere periode op de voet te volgen.[2]
  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  2.   Weblink bron
    Ditta op den Dries
    “Project Het Schone Oosten: een gedurfde stap met meerwaarde voor de lezers” (29-06-2020), Tubantia