• nieuw·jaars·zin·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nieuwjaarszingen


onvolledig

nieuwjaarszingen

  1. (jaarwisseling) folkloristisch gebruik op oudejaarsdag waarbij kinderen aan de voordeur nieuwjaar wensen en meestal een kort en krachtig liedje zingen