neutraliteitspolitiek

  • neu·tra·li·teits·po·li·tiek
enkelvoud meervoud
naamwoord neutraliteitspolitiek -
verkleinwoord - -

de neutraliteitspolitiekv

  1. (politiek) een politiek die in geval van oorlog geen partij kiest voor een van beide kanten, en in ruil daarvoor hoopt niet aangevallen te worden
    • De neutraliteitspolitiek van de Belgen werd in de periode tussen de aanvaarding van de buitenlandse mogendheden en de eigenlijke oorlog danig op de proef gesteld.[1] 
     Het politieke effect van een zo agressieve en onverwachte koersverandering in de Zweedse neutraliteitspolitiek zou op zich leiden tot een toegenomen internationaal oorlogsgevaar.[2]
  1. ethesis.net
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149