neutraliteitspolitiek
- neu·tra·li·teits·po·li·tiek
- samenstelling van neutraliteit en politiek met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | neutraliteitspolitiek | - |
verkleinwoord | - | - |
de neutraliteitspolitiek v
- (politiek) een politiek die in geval van oorlog geen partij kiest voor een van beide kanten, en in ruil daarvoor hoopt niet aangevallen te worden
- De neutraliteitspolitiek van de Belgen werd in de periode tussen de aanvaarding van de buitenlandse mogendheden en de eigenlijke oorlog danig op de proef gesteld.[1]
- ▸ Het politieke effect van een zo agressieve en onverwachte koersverandering in de Zweedse neutraliteitspolitiek zou op zich leiden tot een toegenomen internationaal oorlogsgevaar.[2]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord neutraliteitspolitiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ ethesis.net
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149