• net·to·ver·mo·gen
enkelvoud meervoud
naamwoord nettovermogen nettovermogens
verkleinwoord - -

het nettovermogeno

  1. (economie) vermogen NA aftrek van eventuele belastingen, kosten etc.
    • gecorrigeerd voor inflatie is het gezamenlijk nettovermogen op de Forbeslijst van miljardairs sinds 2000 meer dan vervijfvoudigd, maar het inkomen van het mediane huishouden is gedaald