neonatologisch
- neo·na·to·lo·gisch
- afgeleid van neonatologie met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | neonatologisch | neonatologischer | |
verbogen | neonatologische | neonatologischere | |
partitief | neonatologisch | neonatologischers | - |
neonatologisch
- betrekking hebbend op de neonatologie
- Het woord neonatologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.