negenhonderdenzesendertig

Nederlands

0	9	3	6

negenhonderdenzesendertig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  negenhonderdenzesendertig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌneɣə(n)ˌhɔndərtɛnˈzɛsənˌdɛrtəx / (9 lettergrepen)

Woordafbreking

• ne·gen·hon·derd·en·zes·en·der·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  negenhonderd ht,   en vw  en  zesendertig ht 

Hoofdtelwoord

negenhonderdenzesendertig

1. "936", langere vorm van negenhonderdzesendertig, negenhonderd plus zesendertig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft negenhonderdenzesendertig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot negenhonderdenzesendertig. 

Synoniemen

• negenhonderdzesendertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "negenhonderdenzesendertig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• negenhonderdenzesendertigste

hooftelwoord samengesteld met "negenhonderdenzesendertig" ht als linkerdeel

• negenhonderdenzesendertigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'negenhonderdenzesendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.