negenhonderdenvierenveertig
0 | 9 | 4 | 4 |
negenhonderdenvierenveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: negenhonderdenvierenveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌneɣə(n)ˌhɔndərtɛnˈvirənˌfertəx / (9 lettergrepen)
- ne·gen·hon·derd·en·vier·en·veer·tig
negenhonderdenvierenveertig
- "944", langere vorm van negenhonderdvierenveertig, negenhonderd plus vierenveertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft negenhonderdenvierenveertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot negenhonderdenvierenveertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- negenhonderdvierenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "negenhonderdenvierenveertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "negenhonderdenvierenveertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'negenhonderdenvierenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)