negenhonderdenvierentwintig

Nederlands

0	9	2	4

negenhonderdenvierentwintig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  negenhonderdenvierentwintig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌneɣə(n)ˌhɔndərtɛnˈvirənˌtwɪntəx / (9 lettergrepen)

Woordafbreking

• ne·gen·hon·derd·en·vier·en·twin·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  negenhonderd ht,   en vw  en  vierentwintig ht 

Hoofdtelwoord

negenhonderdenvierentwintig

1. "924", langere vorm van negenhonderdvierentwintig, negenhonderd plus vierentwintig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft negenhonderdenvierentwintig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot negenhonderdenvierentwintig. 

Synoniemen

• negenhonderdvierentwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "negenhonderdenvierentwintig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• negenhonderdenvierentwintigste

hooftelwoord samengesteld met "negenhonderdenvierentwintig" ht als linkerdeel

• negenhonderdenvierentwintigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'negenhonderdenvierentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.