negenhonderdentweeëndertig
0 | 9 | 3 | 2 |
negenhonderdentweeëndertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: negenhonderdentweeëndertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌneɣə(n)ˌhɔndərtɛnˈtwejənˌdɛrtəx / (9 lettergrepen)
- ne·gen·hon·derd·en·tweeën·der·tig, ne·gen·hon·derd·en·twee·en·der·tig
negenhonderdentweeëndertig
- "932", langere vorm van negenhonderdtweeëndertig, negenhonderd plus tweeëndertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft negenhonderdentweeëndertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot negenhonderdentweeëndertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- negenhonderdtweeëndertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "negenhonderdentweeëndertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "negenhonderdentweeëndertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'negenhonderdentweeëndertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)