negenhonderdennegenenzestig
0 | 9 | 6 | 9 |
negenhonderdennegenenzestig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: negenhonderdennegenenzestig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌneɣə(n)ˌhɔndərtɛnˈneɣənənˌsɛstəx / (10 lettergrepen)
- ne·gen·hon·derd·en·ne·gen·en·zes·tig
negenhonderdennegenenzestig
- "969", langere vorm van negenhonderdnegenenzestig, negenhonderd plus negenenzestig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft negenhonderdennegenenzestig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot negenhonderdennegenenzestig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- negenhonderdnegenenzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "negenhonderdennegenenzestig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "negenhonderdennegenenzestig" ht als linkerdeel
- Het woord 'negenhonderdennegenenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)