negenhonderdeneenenveertig
0 | 9 | 4 | 1 |
negenhonderdeneenenveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: negenhonderdeneenenveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌneɣə(n)ˌhɔndərtɛnˈenənˌfertəx / (9 lettergrepen)
- ne·gen·hon·derd·en·een·en·veer·tig
negenhonderdeneenenveertig
- "941", langere vorm van negenhonderdeenenveertig, negenhonderd plus eenenveertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft negenhonderdeneenenveertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot negenhonderdeneenenveertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- negenhonderdeenenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "negenhonderdeneenenveertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "negenhonderdeneenenveertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'negenhonderdeneenenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)