negenentwintigjarig
- Geluid: negenentwintigjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈneɣənənˌtwɪntəxˌjarəx / (7 lettergrepen)
- ne·gen·en·twin·tig·ja·rig
- samenstellende afleiding van negenentwintig ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | negenentwintigjarig |
verbogen | negenentwintigjarige |
partitief | negenentwintigjarigs |
negenentwintigjarig
- 29 jaren durend
- Gedurende dit negenentwintigjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 29 jaar
- Bij de brand viel helaas een negenentwintigjarig slachtoffer.
- Het woord negenentwintigjarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.