nederwiet
- ne·der·wiet
- In de betekenis van ‘in Nederland geteelde marihuana’ voor het eerst aangetroffen in 1986 [1]
- samenstelling van neder (van Nederland) en wiet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nederwiet | - |
verkleinwoord | - | - |
de nederwiet m
- Het woord nederwiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nederwiet" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "nederwiet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be