Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·vor·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord navorming navormingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de navormingv

  1. scholing die plaatsvindt als de reguliere (beroeps)opleiding is voltooid, met als doel kennis- en vaardigheden te verhogen of aan te vullen met de nieuwste ontwikkelingen
    • Aan de hand van een persoonlijk sollicitatiegesprek bepaalt de bisschop wie aan het programma mag meedoen. Een van de criteria is dat de kandidaat-cursist vanuit eenzelfde visie denkt en handelt als de bisschop, legde Vries uit. De deeltijdopleiding duurt twee jaar en wordt in Rolduc gegeven. De cursus bestaat uit theologische navorming, spirituele verdieping en ingroeien in het bisdom. [1] 
    • Daarom zetten we als hogeschool ook sterk in op levenslang leren. Navorming van onze alumni – en bij uitbreiding de hele actieve bevolking – is nodig om het schoolse basispakket en de eerste werkervaring aan te vullen met de laatste nieuwe trends en ontwikkelingen. [2] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad 13 juni 2002 Bisdom gaat pastoraal werker bijscholing geven
  2. De Standaard 12 mei 2017
    kme
    Navorming zet uw carrière in de lift
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be