• nar·cis·tisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen narcistisch narcistischer
verbogen narcistische narcistischere
partitief narcistisch narcistischers -

narcistisch [1]

  1. met de eigenschappen van de narcist
    • Is de ‘Generation Me’ niet een beetje erg narcistisch bezig? 
    • Directe aanleiding is een online petitie waarin de New Yorkse psycholoog John Gartner oproept de nieuwe Amerikaanse president te vervangen omdat hij kenmerken zou vertonen van een narcistische, antisociale en paranoïde persoonlijkheidsstoornis en ‘psychologisch incapabel’ zou zijn voor het presidentschap [2] 


99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]