nanolux
- na·no·lux
- afgeleid van lux met het voorvoegsel nano- van het Oudgriekse “νανος” of het Latijnse “nanus” (dwerg)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nanolux | |
verkleinwoord |
- (natuurkunde), (eenheid) een eenheid voor verlichtingssterkte, gelijk aan één miljardste lux of 0,000.001 millilux, weergegeven met symbool nlx
- Eén nanolux is 10−9 lux.
eenheden van lux in het Nederlands (nld) |
---|
yoctolux • zeptolux • attolux • femtolux • picolux • nanolux • microlux • millilux • centilux • decilux • lux • decalux • hectolux • kilolux • megalux • gigalux • teralux • petalux • exalux • zettalux • yottalux |
- Het woord 'nanolux' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.