nanoarchaeota
- Geluid: nanoarchaeota (hulp, bestand)
- IPA: / ˈnanoɑrxeˌjota / (6 lettergrepen)
- na·no·ar·chae·o·ta
- meervoudsvorm als officiële benaming van Neolatijn Nanorchaeota, gevormd uit Oudgrieks νᾶνος (nános) "dwerg" en ἀρχαῖος (archaios) "oud" met het achtervoegsel ώτης dat bezit van een eigenschap aangeeft, dus: "kleine vroege wezens", omdat het relatief kleine archeae zijn; voorgesteld in 2002 door [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | nanoarchaeota |
verkleinwoord | - | - |
de nanoarchaeota mv
- (archaea) stam binnen de oerbacteriën, Nanoarchaeota , waarvan de leden opvallen door extreem kleine omvang
- De nanoarchaeota zijn nog niet zo lang geleden ontdekt.
- ▸ N. equitans is de enige te cultiveren soort van de nanoarchaeota.[2]
- zie de categorie Archaea in het Nederlands
1. stam binnen de oerbacteriën, Nanoarchaeota
- Het woord 'nanoarchaeota' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Harald Huber e.a.A new phylum of Archaea represented by a nanosized hyperthermophilic symbiont, nr. 417 in: Nature (2 mei 2002), p. 63-67
- ↑ Weblink bron Lubelska, Joanna Mariola“Genome-wide analysis of the regulation of sugar transport in the archaeon Sulfolobus solfataricus”, proefschrift (Nederlandse samenvatting), Rijksuniversiteit Groningen