nachtvlucht als oefening
  • nacht·vlucht
enkelvoud meervoud
naamwoord nachtvlucht nachtvluchten
verkleinwoord

de nachtvluchtv / m

  1. een reis met een vliegtuig in de nacht
    • Misschien heeft het te maken met foto’s van Antoine de Saint-Exupéry (1900-1944) in vliegenierspak, maar ik ben geneigd zijn literaire stijl mannelijk, zelfs soldatesk te vinden. Veel korte zinnen. En zijn metaforen? Altijd in de roos. Geen sierlijke, maar een krachtige stijl (waar ongetwijfeld lang aan geschaafd is). Uitermate geschikt om avonturen uit de pionierstijd van de luchtvaart te beschrijven, zoals in zijn meeslepende boeken Nachtvlucht en Aarde der mensen. Voor De kleine prins, het sprookje dat hem wereldberoemd maakte, ben ik minder gevoelig.[2] 
    • Lang leken voor Turkish Airlines de bomen tot in de hemel te groeien. Istanbul is een strategisch gelegen uitvalsbasis om verschillende continenten te bedienen. De groei van de luchtvaart wordt bovendien gestimuleerd door de Turkse regering. Het vroegere staatsbedrijf is nog voor 49 procent in handen van de staat. Die legt het vliegverkeer weinig beperkingen op. Nachtvluchten boven dichtbevolkt gebied mogen bijvoorbeeld gewoon.[3]  
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Marco Kamphuis 8 januari 2017
  3. NRC Marloes de Koning 15 november 2016
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be