• nacht·braak·ster
enkelvoud meervoud
naamwoord nachtbraakster nachtbraaksters
verkleinwoord nachtbraakstertje nachtbraakstertjes

de nachtbraaksterv

  1. vrouwelijk organisme dat tot diep in de nacht wakker blijft
    • In 2014 werden voor het eerst sinds eeuwen weer wilde katten in de vrije natuur in Nederland geboren. Sindsdien is de wilde kat bezig aan een opmars. ,,In maart verscheen ze als een dikzak voor de wildcamera, om eind april plots als een ranke dame te poseren, weet Laura Kuipers, die in opdracht van ARK Natuurontwikkeling cameraval-onderzoek uitvoert naar de wilde kat in Zuid-Limburg. ,,Op een zeker moment scharrelde deze notoire nachtbraakster zelfs overdag rond in het Vijlenerbos. [1] 
  2. vrouw die 's-nachts uitgaat
    • Teenslippers in plaats van stiletto’s: de Britse politie van de Zuid-Engelse kuststad Torbay wil dronken vrouwen teenslippers geven om zo pijnlijke verwondingen tegen te gaan. Zo willen ze vermijden dat de ronddolende nachtbraaksters in stiletto’s hun been breken op weg naar huis, zei commissaris Adrian Leisk. [2] 
    • Swingen, 'gender-benden', praten, gluren, flirten, versieren; als je wilt kan het elke avond, maar actieve deelname aan het lesbische uitgaansleven vergt zorgvuldig plannen, checken en dubbelchecken. Wat doet de nachtbraakster als ze zin heeft in iets meer dan een pilsje en een biljartje? [3]