Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mys·ti·ca
Woordherkomst en -opbouw
    • afgeleid van het Latijn of op te vatten als afleiding van mystiek met het achtervoegsel -a
enkelvoud meervoud
naamwoord mystica mystica's
verkleinwoord mysticaatje mysticaatjes

Zelfstandig naamwoord

de mysticav [1]

  1. (religie) vrouwelijke mysticus

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen