muzak

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  muzak    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mu·zak

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘achtergrondmuziek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1981

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	muzak	-
verkleinwoord	muzakje	-

Zelfstandig naamwoord

de muzak m

1. (muziek) (amusements)muziek gebruikt als achtergrondgeluid

Synoniemen

• muziekbehang

Gangbaarheid

• Het woord muzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "muzak" herkend door:

57 %	van de Nederlanders;
52 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.