murw
Niet te verwarren met: murf |
- murw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | murw | murwer | murwst |
verbogen | murwe | murwere | murwste |
partitief | murws | murwers | - |
murw
- geslagen tot alle stevigheid bezweken is, zacht of week gemaakt
- Uit lijnolie werden drie soorten lijnkoeken gemaakt: murwe, halfzachte en harde.
- (figuurlijk) gedwee, niet langer tot weerstand in staat
- Het harde optreden van het Assadregime heeft de opstandelingen nog lang niet murw gemaakt.
- Voor een discussie rond de uitspraak zie Onze Taal
vervoeging van |
---|
murwen |
murw
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van murwen
- Ik murw.
- gebiedende wijs van murwen
- Murw!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van murwen
- Murw je?
- Het woord murw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "murw" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "murw" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ murw op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be